On The Road

De ultieme vrijheid op hakken!

​Voorjaar 2022. Mijn vriend en ik snakken naar een avontuur, maar hebben niet genoeg tijd om naar de andere kant van de wereld te reizen. Kunnen we dat avontuur ook dichtbij huis vinden, vragen we ons af. Enter: de campervan. Zo reisden we nooit eerder.


​Het is met getemperde verwachtingen dat we op een zonnige vrijdagavond onze camper oppikken. Ik kom rechtstreeks van een redactievergadering. ‘Je bent overdressed,’ fluistert mijn vriend ietwat gegeneerd als hij me ziet. Nu is hij ook niet meteen in floddertenu, maar hij heeft wel gelijk. Op mijn hoge hakken en met een blouse en geklede broek trek ik de aandacht. ‘Ik kleed me toch hoe ik wil, niemand zegt dat je alleen mag kamperen op teva sandalen en in een short. Dit weekend gaat toch over vrijheid,’ sis ik terug.  ‘Je doet maar,’ zegt hij. ‘Maar spreek me niet over vrijheid. We moeten voor 21.00 uur op onze bestemming zijn - anders storen we de andere gasten en we moeten onderweg nog eten en muntjes van een halve euro zien te scoren voor de douches en de elektriciteit. Dat wordt nipt.’

​Ietwat gestresseerd door de tijdsdruk van onze planning klimmen we in onze camper. We hebben bovendien net een uitgebreide briefing gehad. Ons hoofd tolt van de informatie. Maar dan schop ik mijn hakken uit en terwijl de zon ondergaat, dringt het pas echt door: dít - deze rijdende doos van een paar vierkante meters - is onze plek tot maandag, dit is waar we zullen wonen en slapen. Wij twee, een beperkt aantal spullen, deze campervan. Dat is het voor dit weekend. Meer hebben we niet nodig. In die beperking gaat een enorme vrijheid schuil, voel ik meteen. Alles mee hebben in een reizend huis verschaft ons bovendien een onbekend soort autonomie. Ik snap meteen waarom de pandemie zorgde voor een rush in de verkoop: met een campervan hang je van niets of niemand af.

Toch een vrijheidsgevoel dus, al botsen we bij aankomst meteen op nieuwe grenzen. Een campingleven brengt een waslijst van geschreven en ongeschreven regels met zich mee. Het is geen vrijheid blijheid op deze campings… en dat is maar goed ook. Het zorgt ervoor dat het heerlijk rustig is, ook al zijn de kampeerterreinen volzet. Het maakt ook dat het sanitair er op elk moment van de dag picobello uitziet en dat je ongestoord kan aperitieven en boekjes lezen zonder je verplicht te voelen om de hele tijd te socializen. Tegelijk is er net genoeg sociale controle om te beletten dat wij - onervaren kampeerders - het terrein verlaten met het dakraam wagenwijd open (echt gebeurd) of met de elektriciteitskabel nog aangesloten (had kunnen gebeuren). Vrijheid eindigt waar die van anderen begint, dat mag je hier wel heel letterlijk nemen.
 
Vrijheid is ook de camper parkeren en vervolgens alles te voet en met de fiets doen. Eerste halte van ons lang weekend is Weingut Oster-Franzen in Bremm, een van de vele wijndomeinen in de streek. Je kampeert hier tussen de wijnranken en bij valavond organiseert de familie degustaties. Onze gastvrouw is zelf bovendien net terug van een trip met de campervan. ‘Van koers kunnen wijzigen, al naargelang van het weer.’ Dat is hoe zij de vrijheid invult, vertelt ze ons bij een glas Riesling. Zelf hadden we onze campingplaatsen al een paar weken geboekt en het weer is gelukkig zonovergoten, maar ik onthoud voor een volgende reis: boek een camper ruim op voorhand maar leg de kampeerplekken pas last minute vast. Of in het laagseizoen: leg ze gewoon helemaal niet vast.

Vanuit Neef, op een half uurtje wandelen vanuit het Weingut huren we e-bikes waarmee we via het pittoreske Beilstein en Ediger-Eller langs de Moezel naar Cochem fietsen. Wat is dit een prachtige dagtocht (ongeveer 60 kilometer heen en terug), met een uitstekend fietspad bovendien. We vergapen ons aan de vakwerkhuizen in Beilstein - de schone slaapster van de Moezel - en klimmen tot aan de Reichsburg van Cochem voor een schitterend zicht over de wijngaarden en de levendige historische benedenstad met de vele wijnbarretjes. Dankzij de app ‘Luisterpunten aan de Moezel-Fietsroute’ kunnen we de streek op eigen tempo verkennen en krijgen we toch de nodige achtergrondinfo mee. De tweede dag wandelen we naar Calmont-Gipfelkreuz. Vanaf dit uitzichtpunt dat 280 meter boven de Moezel uittorent, zien we hoe de rivier deze streek vormgeeft en hoe uitzonderlijk steil de hellingen zijn waarop de druiven groeien, niet voor niets is dit de steilste wijnberg in de regio. Op deze bijzonder idyllische plek kan je bovendien iedere zaterdag- en zondagochtend ontbijten with a view (reserveren via calmontfruehstueck.de).

Nu we het toch over de maaltijden hebben: net zoals ik vind dat het helemaal oké is om op hoge hakken te gaan kamperen, zegt niemand dat je niet kan kamperen én op restaurant gaan. Dat doen we dan ook. Authentieke schnitzels op dag één in Weinhaus Berg, verfijnde Duitse klassiekers in de wijnkelder van Schloss Philippsburg op de tweede avond. De lokale keuken leer je niet kennen op campinggas.
Al die uitstappen en etentjes op restaurant maken wel dat we, naarmate het weekend vordert, het gevoel krijgen dat we de camper alleen gebruiken om te slapen. Na een bezoek aan Eltz kasteel, besluiten we dan ook om een paar uurtjes te profiteren van het camperleven. Met een plek direct aan de Rijn op Green Camping in Braubach zien we vanuit onze campingstoeltjes het leven op het water aan ons voorbijtrekken. Traag reizen, tijd inlassen op te pauzeren, blijken voorwaarden om dat gevoel van vrijheid echt te ervaren. Alles volplannen werkt niet met een camper. Onszelf openstellen voor onverwachte ontmoetingen en momenten dan weer wel. Alleen zo kan je al het potentieel uit zo’n weekend halen. En misschien horen daar dan toch wel flipflops bij. Luxe zit hier niet in mijn hoge hakken, maar in het uitzicht vanop ons bed over het water.

Wanneer deden we voor het laatst zoveel nieuwe dingen voor het eerst? Wanneer hebben we voor het laatst zo intens veel gelachen op korte tijd? Dit is een formule waarvoor we in de toekomst opnieuw zouden tekenen: een mini-vakantie buiten de comfortzone voor een macro-effect.
​​